Tag: hardloopbegeleiding
Samen trainen voor de (halve) marathon
Wil jij in het voorjaar van 2019 een halve of hele marathon lopen? Dan beginnen jouw duurlopen na de herfstvakantie. Veel gezelliger om samen te doen toch? Speciaal voor het leuker maken van de lange duurloop heeft Loopmeesters een loopkalender gemaakt: vier maanden lang kun je elke zondag met ons meetrainen.
- Trainen van november 2018 tot en met februari 2019;
- Train 2, of 4 maanden met ons mee;
- De ene zondag techniek- en snelheidstraining, de andere een duurloop;
- Dus twee duurlopen en twee looptrainingen per maand;
- Duurlopen altijd in twee afstanden, je kiest zelf je afstand.
Naast de zondag zijn er nog drie andere trainingsdagen per week, elk met hun eigen accent. Kom zoveel je wilt per week, aan- of afmelden is niet nodig. De overige trainingsdagen zijn dinsdag, woensdag en donderdag.
- Per route een duidelijke routebeschrijving: kies zelf je tempo(groepje), verdwalen kan niet;
- Afstanden tussen de 8 en 28 kilometer;
- Tussen de trainingen door contact met je loopmaatjes via onze WhatsApp groep;
- Duurlopen zijn in de Waterleidingduinen of Kennemerduinen, start 8:30 uur;
- Kosten: 45 euro (2 maanden) of 90 euro (4 maanden).
Zondag 11 november 2018 kun je ons gratis en vrijblijvend uitproberen: zorg dat je om 8:30 uur bij de ingang Zandvoortselaan van de Amsterdamse Waterleidingduinen bent (betaald parkeren, toegang duingebied kost daarbij 1,50 euro per persoon, alleen PIN-pas). Je kunt dan een route van 10 of 20 kilometer lopen, samen met onze leden. Welkom!
(Duurt november je te lang? Boek dan een gratis proefles bij ons, je kunt dan deze maand al meedoen)
Verlaufen
Ook deze zomervakantie was ik weer in de Zuid-Eifel, met mijn gezin. Drie weken op de camping dus alle tijd om nieuwe trails te ontdekken voor de loopgroep. Dat dat soms lastiger is dan gedacht heb ik aan den lijve ondervonden helaas.
Startpunt: Mauel
Na het eten van een krentenbol smeerde ik me in met zonnebrand en stapte in de auto richting Mauel, 10 minuten rijden van onze camping. Zo startte ik om precies 9 uur ’s ochtends aan een trail die volgens mijn gegevens ruim 20 kilometer zou duren. Dat was het idee, de praktijk bleek anders. 🙂
Ik was toch goed voorbereid?
Inmiddels heb ik in de afgelopen vier jaar honderden kilometers gerend door de Zuid-Eifel. Daarom weet ik inmiddels dat routebeschrijvingen, bewegwijzering en, vooral, 3G van beroerde kwaliteit zijn. Dus heb ik altijd een papieren stafkaart, een kompas en mijn mobiel bij me. Zo ben ik, tot deze trip in augustus, altijd na kortere of (meestal) langere tijd weer ’thuis’ gekomen.
Verouderd routeverslag en nergens bordjes
Dit keer ging het echt mis. Ik moest van begin af aan al regelmatig stoppen om met behulp van kaart en kompas soep te koken van de zeer summiere routebeschrijving. Wat de situatie verergerde was dat er nergens bordjes op bomen of palen hingen. Die zijn er ooit wel geweest maar zijn waarschijnlijk na jaren dienst doorgerot, op de grond gevallen of omgehakt. Na een kilometer of 20 was ik dus nog lang niet in Mauel en had ik eigenlijk geen idee meer waar ik was. Ik zag alleen maar bomen, bomen, bomen.
En nu?
Na bijna vier uur onderweg te zijn geweest was ik er klaar mee. Water en reepjes waren op en ik had geen idee waar ik was. Bovendien begon de lucht snel donker te kleuren en stond ik ergens op een top van 700 meter alleen in het bos. Mijn tip 🙂 : loop als je het echt niet meer weet net zolang één kant op (dat kan als je een kompas bij je hebt heel eenvoudig) en hoop dat je ergens een weg of dorp kruist. In mijn geval belandde ik na nog een kwartier lopen op de L12 en kon ik liftend terug naar mijn auto.
Wat hebben we geleerd? 🙂
Zorg als je gaat trailen in onbekend terrein in elk geval voor een goede kaart, een kompas en voldoende eten en drinken. Zo ben je voorbereid op een tocht die langer uitpakt. Ook heb ik na dit avontuur gelijk een waterfilter gekocht: zo had ik ook nog kunnen drinken uit de Prüm die ik uiteindelijk opzocht om mijn hoofd, polsen en voeten te koelen.
Maar nu heb ik de GPX, ha!
Twee dagen hierna heb ik de route opnieuw gedaan, nu op de mountainbike. Hoewel die ook 25 kilometer bleek te zijn kwam ik netjes weer terug in Mauel, bij de auto. Een prachtige tocht! Ruim 800 hoogtemeters, vooral het stuk terug naar Mauel (single track met meteen links naast je een duik van 200 meter richting rivier de Prüm) is adembenemend mooi.
Voordeelpas 2018
Pak na je zomervakantie het lopen weer op, met Loopmeesters in Haarlem. Onze trainers geven, ook in augustus, iedere week vijf afwisselende trainingen voor elk niveau.
Nu beginnen met trainen = straks meedoen aan de Halve van Haarlem en/of de Heemstedeloop, 5 of 10 kilometer.Â
Train mee met onze kleine loopgroep op dinsdagavond, woensdag (ochtend en avond), donderdagavond en zondagochtend. Je kunt zoveel trainen als je wilt.
Voordeelpas: Voor slechts €29,- kun je in augustus en september onbeperkt deelnemen aan één of meer trainingen per week.
Klik hier voor ons trainingsoverzicht per week.
Jouw voordeelpas gaat in op het moment van aanschaf en is geldig tot en met zondag 30 september. Daarna zit je nergens aan vast.
Bestel nu jouw voordeelpas
[caldera_form id=”CF5b4cf7075fe30″]
Voorbereiden snelle Grachtenloop
Bepaal je streeftijd op de Grachtenloop
Welke tijd wil je neerzetten op 22 juni? Stel je wilt 30 minuten doen over de 5 kilometer. Dan moet je gemiddeld dus 10 kilometer per uur lopen, 6 minuten per kilometer. Als je de 10 kilometer gaat doen maak je ook zo’n rekensommetje. Deze getallen heb je nodig om straks de Grachtenloop goed in te delen.
Bepaal jouw tempo’s voor elk deel van het parcours
De Grachtenloop is een ronde van 5 kilometer door Haarlem die je één of twee keer loopt. Hoe deel je deze loop nou in voor de afstand van 5 kilometer? Zorg in elk geval dat je vooraan (in jouw startvak) start, zo ben je na het startschot snel weg. Eenmaal gestart is het zaak op de drukke stukken vooraan te lopen.
Kans op opstoppingen op de Bakenessergracht
De eerste twee kilometer van het parcours zijn druk: meteen na de start loop je over de Koudenhorn richting de Bakenessergracht. Vooral op de gracht is het druk. Bovendien loop je hier in een lus. Ongeveer twee kilometer na de start bereik je het Spaarne, daar heb je weer de ruimte.
Loop de eerste twee kilometer harder dan je gemiddelde tempo
Het is verstandig om de eerste twee kilometer van de Grachtenloop flink door te trekken: zo zit je zoveel mogelijk vooraan op het moment dat de drukke stukken zich aandienen. Voorbeeld: de eerste twee kilometer in 11 minuten als je mikt op een eindtijd van een half uur. Na twee kilometer mag je het tempo iets laten zakken (zeg 9 kilometer per uur): je komt op adem zonder je PR in gevaar te brengen.
Gebruik de volgende kilometers om je rust te pakken
Eenmaal langs het Spaarne krijg je meer ruimte, tot kilometer vier. Gebruik die kilometers om het tempo wat te laten zakken en je zelf klaar te maken voor een snelle vijfde kilometer. Op die manier zul je toch je gewenste gemiddelde snelheid over de hele afstand halen en dus met een PR finishen.
Voor wie de 10 kilometer loopt: ook dan zorg je dat je de eerste twee kilometer flink doorloopt en laat je eenmaal langs het Spaarne het tempo wat zakken. Na de eerste ronde is het rustig genoeg om de laatste 5 kilometer in een constant tempo af te leggen.
Cursus Grachtenloop Haarlem 10 kilometer, lees meer en meld je aan!
Trainen voor de Zandvoort Circuit Run 2018
Vanaf dinsdag 13 februari 2018 trainen we zes weken voor een snelle Runner’s World Zandvoort Circuit Run 2018. Elke dinsdag om 19:15 uur train je met de groep, daarnaast krijg je een schema om nog één of twee keer per week voor je zelf te lopen.
Training 13 februari 2018
Twee blokken van twee series, tussen de blokken zeven minuten rust. Elke serie begint met 600 meter comfortabel hard en loopt op naar ‘voluit’. Na een korte rust (twee minuten) loop je nog 400 meter op 5 km tempo, sta je één minuut stil en begin je aan de tweede serie.
Een keer gratis meetrainen? Boek dan hier meteen je gratis proefles, het kost je 10 seconden.
Training 20 februari 2018: 5 kilometer versneller
Loop 1 of 2 kilometer rustig in, met op het eind drie versnellingen en wat losmaakoefeningen. Dan begin je aan je kernprogramma: je loopt achtereenvolgens 7, 5, 4 en 3,5 minuten hard. Bij elke herhaling ga je harder: de 7 minuten doe je iets langzamer dan je 5 kilometer wedstrijdtempo, de 3,5 minuten loop je juist iets harder dan in de wedstrijd. Tussen elke herhaling jog/wandel je 3,5 minuut om te herstellen.
Na deze serie wandel je 5 minuten om goed te herstellen. Gevolgd door: 2 keer 1,5 minuut en 2 x 1 minuut op 5 kilometer wedstrijdtempo. Tussen elke herhaling 1,5 minuut joggen om te herstellen. Aan het eind van deze serie rustig uitlopen en wat stretchen.
Een keer gratis meetrainen? Boek dan hier meteen je gratis proefles, het kost je 10 seconden.
Training 27 februari 2018: Yasso
Loop 1 of 2 kilometer rustig in, met op het eind drie versnellingen en wat losmaakoefeningen. Dan loop je zes keer 800 meter in je beoogde 10 kilometer tempo. Na elke 800 meter jog dezelfde tijd rustig voor herstel. Rustig is: je hartslag gaat weer naar beneden (naar zone 1). Rustig uitlopen en nog wat rek- en strekoefeningen.
Voor het gemak hier nog wat voorbeelden bij verschillende wedstrijdtempo’s. Het is dus een omrekentabel voor 10 kilometer tijd – Yasso tijd:
- 60 min – 4:30 min/800
- 55 min – 4:09 min/800
- 50 min – 3:47 min/800
- 45 min – 3:25 min/800
Een keer gratis meetrainen? Boek dan hier meteen je gratis proefles, het kost je 10 seconden.
Een maand onbeperkt trainen voor 30 euro
[caldera_form id=”CF59a66e519bb58″]
Blessurepreventie voor hardlopers
Laatst kreeg ik van fysiotherapeut Wibbo Hummelen de weinig opbeurende raad: geen blessures meer? Stop met hardlopen. Hij wilde daarmee zoveel zeggen als dat blessures nooit uit te sluiten zijn. Wel kun je gelukkig op een aantal zaken letten om de kans in elk geval zo klein mogelijk te maken. In de presentatie van Wibbo over blessurepreventie komen drie onderwerpen aan bod: overbelasting, looptechniek en leeftijd.
Acuut versus surmenage
Op de witte rand stappen langs de atletiekbaan en je enkel verstuiken is acuut, bij surmenage spelen klachten (al) langer en is de behandeling minder duidelijk. Daarom is het in het laatste geval ook zo belangrijk om in elk geval weet te hebben van de belangrijkste oorzaken van blessures, zo kun je onnodige narigheid wellicht voorkomen.
Want hoewel blessures altijd op de loer liggen is preventie vaak mogelijk.
Wat denken mensen zelf bij blessurepreventie?
Onderzoekers vroegen honderden lopers of ze wisten hoe blessures te voorkomen. Wat moet je doen en laten? Een greep uit de reacties:
• Krachtoefeningen doen
• Stretchen voor en na het lopen
• Respecteer en ken je grenzen
• Een goede warming-up (‘inlopen’)
• De juiste schoenen
En wat zegt de wetenschap?
De resultaten uit onderzoek laten echter heel andere feiten zien. De top drie oorzaken van blessures:
• 60-70% van alle blessures komt voor uit verkeerde trainingsopbouw (te snel opbouwen)
• hoge BMI
• eerdere blessures (en dan vaak dezelfde die terugkomen)
Een verkeerde trainingsbelasting
Dit is de belangrijkste oorzaak. De zondagsloper die de hele week op kantoor zit en in het weekend denkt: lekker 15 kilometer lang mijn hoofd leegmaken. Terwijl een evenwichtige verdeling van trainingen veel leed kan voorkomen.
Rust roest
Als het dan mis gaat en een blessure dient zich aan wordt de volgende fout gemaakt: complete rust.
Maar het weefsel of de oorzaak gaat niet vooruit door rust. De kans is groot dat als men het lopen weer oppakt de blessure (meteen) weer opspeelt.
Looptechniek
Fabeltje: pronatie geeft blessures. Uit testen blijkt dat mensen in hun eerste jaar, met 250 kilometer hardlopen op de teller, geen grotere kans op blessures hebben als ze proneren. Verder bleek uit onderzoek onder 500 lopers dat 90% van hen op de hak landt. Van hen die dat niet deden had 75% van de coach gehoord: ga op de voorvoet landen.
Maar er is geen relatie tussen de eindtijd op de marathon en landing. Wel bekend is dat haklanding wat meer de knie/heup belast en voorvoetlanding de voet en achillespezen. Heeft men ergens klachten dan kan dat advies beteken om eens wat meer naar voorvoet of hak te gaan bij de landing.
In het algemeen is stapfrequentie verhogen (dus kleinere passen) goed nieuws voor je knieën.
Als je normaal 50 km in de week traint en je gaat vier weken flink terug in kilometers en dan meteen weer naar normaal dan heb je 30% meer kans op blessures. Je moet dus echt weer opbouwen. Verder heeft naar beweging kijken geen voorspellende waarde voor het krijgen van blessures.
Leeftijd
Als je ouder wordt zal het vermogen van je enkel minder worden, vooral rond de voet neemt de capaciteit af. De kuitspieren moeten getraind worden.
Dat moet met heel veel gewicht, anders komt er nooit overload. In het algemeen geldt dat er veel krachttraining te licht is, er is geen overload. Daarom: focus niet op het uitbreiden van herhalingen, wel op gewicht.
Buiten sporten voor bedrijven
Naar buiten
In korte tijd zijn sportvormen als bootcamp, crossfit en HITT (High Intensity Interval Training) in de buitenlucht razend populair geworden. Niet zo gek als je bedenkt dat veel mensen een hekel hebben aan de sportschool. Het is daar warm en droog maar in de lente en zomer is het toch aantrekkelijker om naar buiten te gaan. In de omgeving van Haarlem, met parken en de duinen dichtbij, zijn de mogelijkheden voor lekker buiten sporten onbeperkt.
Voor elk niveau
Zowel voor beginnende als ervaren sporters is buiten sporten uitdagend en gezond. Een goede trainer houdt rekening met de verschillende ambities en mogelijkheden van de deelnemers. Betrekt iedereen bij de training en zorgt dat elke deelnemer met een voldaan gevoel naar huis gaat. Want samen sporten is meer dan gezond bezig zijn: omdat de hiërarchie van kantoor ontbreekt kan elke collega op een veilige manier zijn of haar grenzen verleggen.
Aandachtspunten bij het kiezen van een programma
Sporten voor bedrijven kan op heel veel manieren. Hoe maakt u de juiste keuze uit het grote aanbod van aanbieders? Deze vijf punten helpen u op weg:
1. Is er al een voorkeur voor een sport onder uw werknemers?
2. Op welke locatie wilt u sport gaan aanbieden (sportschool, kantoor, buiten)?
3. Hoe komen uw collega’s naar deze locatie, en hoe lang duurt dat (lopend, fiets, auto, OV)?
4. Wilt u sporten op vaste momenten of mogen werknemers zelf kiezen uit het aanbod per week?
5. Wat is uw budget?