Vijftien kilometer twijfelen in de duinen

In de serie Loopverhalen blik ik terug op wedstrijden die me bij blijven. Deze keer de Lions Heuvelloop 2015, waar ik de 15 kilometer liep.

Lions Heuvelloop 2015

Lions Heuvelloop 2015

‘Tweede paasdag liep ik de Lions Heuvelloop in Overveen. Vijftien kilometer, het grootste deel door de duinen. Omdat ik een week eerder in Zandvoort de 12 km in ruim 50 minuten liep mikte ik voor de Lions op een tijd tussen de 61 en 63 minuten.

Raceplan

Plan was om de eerste paar kilometer (en de laatste, namelijk dezelfde route maar dan terug) onder of rond de vier minuten per kilometer te lopen, te zien wat de duinen zouden brengen maar ook daar gewoon flink door te stomen. Op de fiets naar de start maakte ik me wel wat zorgen, een duinloop is niet echt een ‘walk in the park’.

De eerste vijf kilometer: twijfel

De eerste vijf kilometer kostte me ruim 20 minuten, dat gaf vertrouwen want ik lag langer op die vier minuten koers dan gedacht. Toen gebeurde er twee dingen kort op elkaar, in de juiste volgorde. Eerst bedacht ik me dat 15 kilometer min 5 kilometer 10 kilometer is, en de moed zonk me in de schoenen, ging ik dit wel redden? Op dat moment werd ik bijgelopen door een andere loper. En dat was precies de juiste timing. Ik haakte aan en werd door de zwaarste twee kilometer (voor mij) van de race gesleept, kilometer 6 en 7. Gingen we heuvelop dan pakte ik de kop, gingen we weer naar benee dan draafde hij voorop. Zo ging dat tot aan de finish. Maar daar waren we nog niet. 🙂

Van vijf naar tien kilometer: nog meer twijfel

Vanaf kilometer 8 vonden we een prachtige cadans en draafden weer rond de 4 minuten onze kilometers. Dat gaf bij kilometer 10 een tweede moed-schoenen-zak moment: ik passeerde dat punt in een nieuwe 10 kilometer PR en moest nog 5 kilometer, heel vreemd. Of niet en ik zou 500 meter later op de grond zakken. Op dat moment werd ik me ervan bewust dat we niet met z’n tweeën liepen maar dat er al kilometers lang een ‘derde man’ met ons meeliep. Het was deze man die uiteindelijk mijn race maakte (en ik de zijne zo vertelde hij na de finish).

De laatste vijf kilometer: met de moed der wanhoop

Had ik namelijk het stoere plan om op z’n vroegst op 13,5 kilometer, even-tu-eel, te versnellen, man 3 schoof bij kilometer 11 langszij en begon tempo te maken. Dat zijn momenten die je bijblijven. Want het is dan heel duidelijk: aanhaken of je race verknallen want solo doorsukkelen. Dus zo goed en zo kwaad aan niets proberen te denken, niets proberen te voelen, alleen de hakken van je voorganger in de gaten houden en lopen lopen lopen. Op de Zeeweg merk je dan opeens dat die flink stijgt richting de finish, doorbijten. Maar ik hield stand en herpakte me heuvelafwaarts.

Binnen!

Eenmaal op één kilometer van de finish versnelden we alledrie voor een laatste krachtmeting, geweldig. Ik noteerde uiteindelijk 61 minuten en 30 seconden, exact zoals gehoopt dus. De eerste loper die zich bij mij aansloot heb ik niet meer gezien helaas. Hans, de derde man (nr 283 op de foto), wel. Hij werd tweede bij M50, ik zevende bij de iets jongere oudjes. We hadden na de finish een mooi gesprek, over de magie van ruim een uur sprakeloos samen genieten, lijden en weer genieten. Volgend jaar weer!’