Je loopt een of twee keer per week met een loopmaatje hetzelfde rondje. De enige variatie is dat je soms het rondje de andere kant op doet. Als je niet oppast gaat hardlopen dan vervelen. Bovendien heb je ook wat meer kans op blessures als je parcours te eenzijdig is. Gelukkig is de oplossing heel eenvoudig: variatie.
Variatie 1
Zoek een rondje in bos of park van een paar honderd meter lang. Nu loop jij de ene kant op, dribbelend, en je looppartner de andere kant op, in een vlot tempo. Als je elkaar tegenkomt: wissel van tempo. Dus jij gaat tempolopen, de ander dribbelt. Telkens als je elkaar opnieuw tegenkomt wissel je dus van tempo. Doe dit ongeveer 5 minuten lang.
Variatie 2
Nodig: een fluitje en een horloge. Gebruik hetzelfde rondje. Jij hebt het fluitje en het horloge en stuurt je loopmaatje op pad. Na een minuut blaas je hard op de fluit, het teken voor je maatje om terug te komen. Dat moet in een halve minuut trouwens, jij houdt dat bij op je klok. Het is leuk om te ontdekken dat dit nog best lastig is. Wissel van rol. Klaar? Dan neem jij weer fluit en klok en stuurt je trainingsmaatje 2 minuten op pad. Fluit dan hard, je partner moet dit keer in een minuut terug zijn. Succes!
Beginnen met hardlopen in Haarlem? Geef je op voor onze beginnerscursus (start medio augustus 2020)!