In de serie Loopverhalen blik ik terug op loopjes die me bij blijven. Dit keer de Halve van Den Helder 2017. Leestijd: 4 minuten. 🙂
Vandaag de Halve van Den Helder, samen met Sebastiaan. In de auto naar Den Helder legden we onze plannen naast elkaar: Sebas wilde in 4:15 per kilometer of iets rustiger starten en dan steeds wat versnellen als ’t kon. Ik zette in op 4:10 voor de eerste helft en dan, indien de benen goed bleven, de tweede helft nog wat versnellen. Komt die cliffhanger: het liep allemaal weer eens heel anders. 🙂
Start te hard
Even inlopen en door naar start, lekker vooraan. Het viel me toen al op dat een plaatje van een zonnetje met 19 graden erbij buiten op straat gewoon warm is. Startschot! Ik voelde meteen dat de benen goed waren en had zin in wat voor me lag. Een groepje van vijf mannen liep een fijn tempo en daar nestelde ik me meteen maar in. Ze liepen te hard maar daar wilde ik vandaag eens niet moeilijk over doen. En Sebastiaan? Die malle liep dáár weer voor, ik schat de eerste vier kilometer onder de 4 minuten op de km.
De eerste vijf kilometer werd zo afgewerkt in telkens 4:05 op de kilometer. Mooi om eens in een groep te lopen, telkens nam iemand anders de kop als de wind vervelend stond. Regelmatig riep Ronald (die kende ik toen nog niet, rechts op de foto na afloop): ‘jongens dit gaat te hard!’. Omdat ik natuurlijk niet wist wat die groep van plan was liet ik dat voor wat het was maar een beetje zorgen maakte ik me wel. Zeker toen Ronald dat zinnetje vaker ging roepen.
We gingen inderdaad te hard
Tussen kilometer 5 en 10 bleek voor een aantal van ons dat we inderdaad te hard liepen. Het groepje dunde uit maar ik vond het tempo nog fijn dus bleef hangen. Sebastiaan moest rond kilometer 5 naar de WC en dan is weer aanhaken lastig en risicovol, een tussensprint met die tempo’s is niks. Hij besloot alleen verder te gaan vanaf daar. Ik liep inmiddels met Ronald en nog twee anderen. So far so good, we bereikten bij km 10 weer een drinkpost en ik nam water en een spons. De volgende kilometers, terug onder de dijk naar de vuurtoren waren gewoon ruk. Je tempo vasthouden in de tweede helft is één ding, de wind dan nog pal op je neus maakt het er allemaal niet leuker op.
14 kilometer onder de 59 minuten, PR nog in zicht
Inmiddels liep ik nog alleen met Ronald, om en om op kop. Richting de vuurtoren loopt het flink op voordat je de dijk opdraait voor de laatste 7 kilometer. Ik hield mezelf voor dat bij km 14 water was én dat we vervolgens met wind mee terug naar de finish zouden vliegen. Het water was er inderdaad, km 14 rondde ik nipt onder de 59 minuten dus alles was nog mogelijk. Maar het vliegen werd overleven met benen die langzaamaan vol begonnen te lopen.
Op de dijk terug: wat ga ik doen?
Ronald liep tot overmaat van ramp ook nog eens van me weg dus in mijn uppie begon ik aan ruim vier kilometer dijk. Wat me overeind hield was dat ik eigenijk voor het eerst in een race voelde dat het écht niet harder kon: mijn adem was prima maar mijn benen negeerden gewoon mijn verzoek om harder rond te draaien. Hoe ik ook ploeterde ik kwam niet meer onder de 4:09. Km 15, 16 en 17 trokken voorbij, bij km 18 zou er weer water zijn! Maar op het 18 km bordje zat alleen een meeuw, dat was een enorme domper. Honderd meter verderop zag ik een vlag en wat mensen, ik besloot hoe dan ook daar te stoppen voor water en 5 seconden rust. Wat is het dan verschrikkelijk als blijkt dat ook daar de verversingspost niet is. Een DJ keek me glazig aan en startte een nieuwe beat, ik stond daar stil en vroeg me af: wat ga ik doen?
Een haas met maagproblemen redt mijn race
Op dat moment ben ik echt gered door Ronald. Hem was ik na km 15 weer gepasseerd: direct nadat hij van me wegliep hoorde ik hem vreselijke geluiden maken en in tempo terugvallen. Maagproblemen. Nu pikte hij mÃj weer op en ik wist, als ik nu niet aanhaak is de race voorbij. En de drankpost? Die bleek 50 meter verder, om de hoek. Toen ik daar voorbij was wist ik twee dingen: ik had tot km 18 op een eindtijd van 1:28 gelopen. En twee: dat ging vandaag echt niet meer gebeuren want ik was nu vooral blij dat ik het leven had.
1:29 maar veel geleerd en genoten!
Super gaaf aan lopen is (achteraf vaak 🙂 hoe breekbaar een race is: ik verknalde in 2 km een race die tot en met km 18 wees op een PR op de halve. Want km 19 en 20 duikelden naar 4:30 op de km, blij was ik dat ik de laatste km nog kon terugkomen naar 4:13. Ronald kwam een kleine minuut na mij binnen en ging als derde het podium op bij M50, ik zelf 7e bij M45. We praatten lang na en waren het erover eens dat we allebei tot het gaatje waren gegaan. Heerlijk!