Een hardloopschema in drie stappen
Om een hardloopschema echt persoonlijk te maken heb je inzicht nodig in drie zaken: jouw trainingscyclus, jouw tempo’s en jouw doelafstand. In deze tweede blog lees je meer over jouw tempo’s: hoe hard moet je lopen in elk van je trainingen? In de volgende blog ga ik dan in op de derde factor, jouw doelafstand. Lees ook het eerste blog, over jouw trainingscyclus.
Jouw trainingstempo’s bepalen
Nu je weet hoe jouw trainingscyclus eruitziet wil je weten hoe hard je moet lopen in de training. Daar gaat deze blog over. Over de tempo’s die je moet aanhouden om steeds verder te kunnen lopen. Als je die tempo’s combineert met de informatie over jouw doelafstand (daarover in de derde blog), dan ben je optimaal aan het trainen.
Hoe hard moeten jouw duurlopen, en je tempolopen?
De duurloop heeft als doel om je beenspieren te versterken en je uithoudingsvermogen te vergroten. Tempolopen helpen je om een bepaalde snelheid steeds langer te kunnen volhouden. En intervaltrainingen? Die komen later, als je aan loopsnelheid gaat werken.
Doe de 10-minutentest
Deze test is bedoeld om te bepalen wat jouw persoonlijke trainingstempo’s zijn. Voor je duur- en tempolopen. Het principe is eenvoudig: zoek in hardloopkleren naar een rustig fietspad of ander vlak en snel parcours. Ga tien minuten op een laag tempo warmlopen. Aan het einde van die tien minuten doe je drie tot vijf korte versnellingen. Je lichaam is nu klaar voor de test: tien minuten zo hard lopen als je kunt. Meet deze tien minuten met een GPS-horloge (of hectometerpaaltjes langs de weg) de afstand die je aflegt. Klaar? Loop rustig tien minuten uit en ga naar huis.
Heb je in tien minuten twee kilometer afgelegd? Dan is het getal dat je zoekt twaalf (kilometer per uur). Heb je 1500 meter gelopen? Dan is jouw index negen (6 x 1500 meter). Met dit getal kun je nu uitrekenen hoe hard je tijdens de duurloop, en hoe hard je tijdens de tempoloop moet. Daarover in de volgende alinea.
Duurlopen en tempolopen, hoe hard?
Voor het uitbouwen van je duurvermogen zul je in eerste instantie duurlopen en tempolopen gaan doen. Een duurloop doe je liefst rond de 65% van je tempo tijdens de 10-minutentest. Dus: is 12 jouw ‘index’, dan loop je jouw duurlopen op een tempo van ongeveer 8 kilometer per uur. Tempolopen gaan wat vlotter, zeg maar 85%. Dus als je twaalf kilometer per uur loopt tijdens de test ga je tijdens tempolopen op 10 kilometer per uur zitten. (Nieuwsgierig naar je intervalsnelheid? 100 tot 110% van je index).
In de volgende blog lees je meer over het trainen voor een specifieke afstand (10 kilometer of verder). Dat is stap drie (van drie) om je eigen hardloopschema te maken. De eerste stap, over jouw trainingscyclus, wordt volledig beschreven in het hoofdstuk Jouw trainingscyclus (van mijn boek Van 5 naar 10 kilometer hardlopen). Download dit hoofdstuk nu meteen (gratis voor nieuwsbriefabonnees).